ochtendgebed voor als het nog donker is

Stichting Perdu - 2024_01_17_10stappen_facebook
02 feb om 20:00 - 11 feb om 22:00 | Inloop vanaf 19:30. Kaarten: Regulier €12.50, Student €10, Livestrem €6. Taal: Nederlands.
Avonden

In de jaren 50 schreef dichter/schrijver Paul Rodenko het essay Met twee maten. Hij heeft het in dit essay over de verschuiving van het zwaartepunt binnen de poëzie, namelijk van het oog naar de hand, en stelt dat de poëzie of in ieder geval experimentele poëzie lichamelijker is geworden, tastender, en vooral ook dat de taal zelf lichamelijk wordt ervaren. Het gedicht is niet meer een uitdrukking van gedachtes, gevoelens of een nazeggen van de werkelijkheid, maar een lichamelijke geste, een verlengstuk van het menselijk waarnemingsvermogen. In 2015 was er een avonden-programma bij Perdu (Met twee maten) waarin het essay van Rodenko en de vraag naar’ Wat is experimentele poëzie vandaag?’ ook werd onderzocht. Frank Keizer trok tijdens dit programma Rodenko’s vraag naar het experimentele door naar de hedendaagse poëzie en schreef dat poëzie uitdrukking geeft aan wat er op dit moment met het lichaam gebeurt, en dat experimentele poëzie taal beschikbaar stelt om het experiment waar de mens zelf aan onderhevig is te beschrijven.

Op 2 februari bouwen Veva Leye, Caroline Ruijgrok, Betül Sefika, Simone Atangana Bekono en Tabea Nixdorff voort op de door Frank Keizer geponeerde stelling: poëzie als uitdrukking van wat er met het lichaam gebeurt. Met nieuw werk dat misschien wel een buitentalige eis vraagt van het gedicht, namelijk niet het beschrijven maar het worden van een lichaam, verkennen zij de transfigurerende werking van poëzie. Poëzie niet slechts als uitdrukking van het lichaam, maar als verwekker.

Veva Leye’s dichtwerk werd o.a. gepubliceerd in/op nY, DIG, Samplekanon en gepresenteerd bij Perdu, M Leuven, Art Cinema OFFoff. Haar bundel HAP AX LE GO ME NON verscheen bij het balanseer (2018). In het kader van haar tentoonstelling of, ook, but not quite (Convent, Gent, 14.04-21.05 2023) verscheen de editie AUX PAIRS bij infinitif.org.

Caroline Ruijgrok is beeldend kunstenaar. Ze meandert in haar praktijk tussen een directe, haast onbemiddelde omgang met materiaal en een blik van bovenaf. Ze maakt sculpturen en installaties, en stelt daarnaast tentoonstellingen en boeken samen (Hoe de dingen ons bewegen, 2016, – Trebelsee; Dit is een vertaling, 2019, mister Motley). Haar keramische werk raakt aan een basale ervaring van lichamelijkheid, aanraking en vervorming – en was o.a. op de Korean International Ceramic Biennale (2021) te zien. Ook maakt ze ruimtelijk werk voor de publieke ruimte in samenwerking met Sajoscha Talirz. Hun meest recente sculptuur RISE (2023) staat sinds kort in het Eendrachtspark in Amsterdam Nieuw-West. 

Betül Sefika (1995), beeldend kunstenaar en schrijver, woont en werkt in Brussel. In 2020 werd ze geselecteerd voor de Parijsresidentie van DeBuren en in 2022 voor het Slow Writing Lab. Op dit ogenblik resideert ze in het kunstenaarscomplex Hectolitre, in de Marollenwijk. In haar werk onderzoekt ze wat aan- en afwezigheid kan betekenen in tekst en beeld. Daarvoor schrijft, tekent en bouwt ze met materialen en technieken van bescheiden aard, vormen die focus van zichzelf kunnen weerleggen, zoals fragmenten, kleinschaligheid, halftransparantie, reflectieve materialen, negatiefruimtes, vanuit het idee dat afwezigheid wordt vastgehouden door wat er wel is. Haar werk verscheen al eerder in DW B, Kluger Hans, Deus Ex Machina, rekto:verso, Tim magazine en in het Bos in de vorm van poëzie, illustratie, video, horoscoop en installatie.

Simone Atangana Bekono schrijft poëzie en prosa. Ze studeerde af aan ArtEZ Creative Writing met de bundeling gedichten en brieven hoe de eerste vonken zichtbaar waren die werd bekroond met de Poëziedebuutprijs aan Zee en het Charlotte Köhler Stipendium. Met haar debuutroman Confrontaties won ze verschillende prijzen. Zowel haar proza als poëzie is veelvuldig vertaald. In januari kwam Marshmallow uit, haar tweede poëziebundel.

Tabea Nixdorff (1986) is kunstenaar, typograaf en onderzoeker. Haar werk beweegt tussen collectief leren, uitgeven, sociale bijeenkomsten en neemt ook de vorm aan van performances rondom geluid en taal. Tabea werkt vaak in archieven of bibliotheken en verdiept zich in microgeschiedenissen terwijl ze bredere thema’s aansnijdt zoals omissies en vervormingen in historische verhalen, belichaamde kennis, queer belonging en een feministische poëtica van fouten.